
Valcke’s duurzame plannen stoten op weinig pragmatische aanpak
Begin 2024 vraagt het bedrijf een vergunning voor een middelgrote windmolen.
Geen ongunstige adviezen, de Provincie verleent de vergunning in mei 2024.
In januari 2025 wordt de vergunning in hoger beroep geweigerd door minister van omgeving Jo Brouns.
Duurzaam bedrijf
Valcke doet vooral aan industriebouw: kantoren, productiehallen, KMO-units, ook agrobouw en stortbeton. Duurzaamheid is de grootste uitdaging de komende jaren. In alle afdelingen van het bedrijf worden inspanningen gedaan om energie te sparen en het productieproces groener te maken. Zo legden ze maar liefst 4.000 zonnepanelen, werden alle lampen vervangen door ledverlichting, werden laadpalen geplaatst, worden waterbesparende technieken toegepast en nog veel meer. Bij de productie van beton en stortbeton kan nu zelfs gekozen worden voor CO2-vriendelijkere cementvervangers en gerecycleerd granulaat. Met de windmolen erbij zou alle elektriciteit nodig voor de eigen werkzaamheden zelf kunnen geproduceerd worden. De zonnepanelen die er liggen staan in voor ongeveer 60% van de elektriciteitsbehoefte. Met een windmolen erbij wordt dit 100%. Wind en zon vullen elkaar mooi aan, de zon schijnt niet altijd en de wind waait niet altijd, maar samen leveren ze meestal de stroom die nodig is.
Waarom geweigerd in beroep ?
De meeste aspecten hebben de toets doorstaan : externe veiligheid, geluid en trillingen, slagschaduw, water, ruimtelijke verenigbaarheid.
Op 1 oktober 2024 werd de beslissingstermijn verlengd met 60 dagen. Van de gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om in laatste aanleg een subadvies te vragen aan het agentschap Onroerend Erfgoed en aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB)
En inderdaad : het venijn zat in de staart : het Agentschap voor Natuur en Bos geeft ongunstig advies.
Meer bepaald het aspect soortentoets Vogels (Vleermuizen zijn geen probleem)
Het gebied direct ten zuiden van de geplande turbine is gekend voor zijn relatief hoge densiteiten aan akkervogels, waaronder Kievit (waarvan de populatie op Vlaams niveau een sterke achteruitgang kent) maakt dat het dossier onvoldoende informatie bevat om een betekenisvol effect op (beschermde) vogelsoorten te kunnen uitsluiten De aanwezigheid van (akker)vogels wordt trouwens ook bevestigd in de soortentoets, deze vermeldt immers de aanwezigheid van onder andere Kievit, Goudplevier en Torenvalk binnen een straal van 250 m rond de geplande windturbine Het is met duidelijk of dit toevallige passanten zijn of broedende vogels Het klopt dat, zoals aangegeven in de natuurstudie, de N38 sowieso reeds een verstorend effect heeft in het landschap, maar de soortentoets negeert dat de turbine een verstoringsradius heeft die groter is dan de weg. Voor de Kievit (rode lijst) is het aanvarmgsrisico op deze locatie eerder beperkt, maar kan het verstoringsrisico wel relevant zijn. Bij broedende Kievit kan dit tot 850 m oplopen (INBO rapport INBO.R.2015 6498022, Everaert J, 2015), en reikt hier dus relatief ver in het landelijk gebied waar Kievit vaak tot broeden komt. Er kan dus indirect ecotoop en habitatverlies zijn door verstoring. In het dossier wordt slechts een verstoringsafstand van 250 m geciteerd omdat de aanvrager uitgaat van de afstanden zoals opgenomen in het INBO rapport INBO A3816 ‘advies over de impact van kleine en middelgrote windturbines op fauna’ (Everaert J 2019) Volgens de definities in het INBO advies valt de gevraagde turbine evenwel onder de categorie van grote turbines voor wat betreft het inschatten van de effecten op soorten Dit wordt in de replieknota en tijdens de hoorzitting door de aanvrager betwist omdat de turbine qua afmetingen wél voldoet aan de definitie van een middelgrote turbine Enkel het gevraagde vermogen is hoger dan wat in de definitie vermeld staat, maar, zo stelt de aanvrager, het zijn enkel de afmetingen die van belang zijn voor de impact op de natuurwaarden Studies hebben inderdaad aangetoond dat de verstoring omgekeerd evenredig is met de grootte van de turbine, maar, zeker gelet op de aanwezigheid van de Kievit, is voorzichtigheid geboden en dient er, zoals ook aangehaald in het ongunstige advies van het ANB, uitgegaan te worden van de worst-case (voldoende grote afstand), bij afwezigheid van betere informatie of wetenschappelijke studies
De waarnemingen uit de database waarnemingen.be van vrijwilligers (Natuurpunt en andere) worden als onvoldoende wetenschappelijk gecatalogeerd, deze van de personen die beroep aantekenden niet.
Burgers sturen vergunningsprocedures
In eerste aanleg werd de natuurimpact behandeld in het advies van het College van Burgemeester en Schepenen van Ieper met volgende conclusie :
- Er zijn geen trekconcentraties te verwachten in de omgeving van de windturbine, gezien er geen seizoenale, voedsel- en slaaptrekroutes in de ruime omgeving van het projectgebied aanwezig zijn.
- Door het plaatsen van de windturbine in reeds sterk verstoord en volledig verhard gebied zal de aanvaringskans zeer minimaal en zeker niet betekenisvol zijn.
- Op basis van de waarnemingen in de omgeving kan gesteld worden dat de mogelijke verstoringseffecten op voorkomende broedvogels zeer beperkt blijven tot maximaal een verstoring van een paar broedparen. Door de ligging aan de overzijde van een drukke weg, zal dit effect nog minder zijn. Het effect wordt dan ook niet als betekenisvol negatief beoordeeld.
- Er zijn geen slaapplaatsen van bv. meeuwen in de ruime omgeving. De geplande windturbine bevindt zich niet in de nabijheid noch in een aanvliegroute naar slaapplaatsen.
Vermits er in eerste aanleg geen advies werd verleend door ANB baseert de Provincie zich op het advies van Ieper.
De burgers die beroep aantekenden hebben er dus voor gezorgd dat ANB wordt gehoord.
Op zich is dit niet verkeerd, maar het zorgt voor veel tijdverlies en rechtsonzekerheid voor de industrie. En laat dat nu een van de belangrijke punten zijn die Marc Coucke aanhaalde in de Afspraak op Canvas (naar aanleiding van het federale regeerakkoord).
Opinie van de klimaatambassadeur
Stadsbestuur en Provincie hebben gezorgd voor een pragmatische aanpak. Iedereen die de omgeving van het bedrijf Valcke kent voelt aan dat dit een goede plaats is voor een windmolen op maat van het bedrijf.
Het voorzorgsprincipe dat ANB hanteert voor de bescherming van de akkervogels is nobel, maar spijtig genoeg is de bedreiging van een windmolen veel kleiner dan de invloed van het verkeer en het risico dat de nesten vernield worden door landbouwactiviteiten.
Als men consequent wil zijn moet men de nesten actief beschermen, bijvoorbeeld met een drone met warmtecamera en in samenwerking met de landbouwers.
En dan is er de rol van de minister : we zien dat van zodra een ongunstig advies opduikt de vergunning wordt geweigerd. Dit zonder het ongunstig aspect af te wegen tegen het maatschappelijk belang van het project (onder andere in het kader van de klimaatproblematiek). Anderzijds gebeurt het wel dat de minister de gunstige adviezen naast zich neerlegt om een vergunning te weigeren, zoals het bij de Vredesmolens gebeurd is.
De klimaatambassadeur vraagt het stadsbestuur van Ieper om overleg te plegen met de bevoegde minister en samen met het bedrijf Valcke te komen naar een oplossing. Er is echt geen tijd te verliezen nu de opwarming van de aarde veel sneller gaat dan enkele jaren geleden nog werd aangenomen.